Ik ben geen waterrat, maar ik hou van de zee. Ik pas voor een dag op het strand, maar ik verdwijn in het geruis van de golven. Ik ga kapot van de hitte tijdens het zonnebaden, maar ik voel me thuis in het gezelschap van de vloeiende bewegingen van druppels. Ik verkies een berg boven de kust, maar alleen omdat de kust geen berg is. Ik word niet blij van zwemmen, maar laat de onderstroom mijn richting steevast bepalen. Ik heb geen idee wat ik hier doe, maar het voelt vertrouwd. Verzinkend in de ogenschijnlijke oneindigheid van de zee vind ik woorden voor mijn beleving: ik ben een druppel flow.

Ik ben een druppel flow, zo veelzijdig en puur als water, verpakt in een lichamelijke fles. Het is mijn natuur om op en neer te deinen en eb of vloed te zijn. Het is mijn natuur om kopje onder te gaan, boven te komen drijven en te vliegen over de rimpels van het wateroppervlak. Het is mijn natuur om me op ongrijpbare wijze voort te bewegen. Niets heeft me in de hand. Zelfs ikzelf niet. Ik baan mijn weg dwars door de dikste dijken heen en ben daardoor niet te bevatten. Er is geen vat op te krijgen. Geen vat die mij vangt, behalve mijn lichamelijke fles.

Ik ben niet de enige druppel flow op aarde. Alles om me heen ziet er anders uit, maar is met m’n ogen dicht precies hetzelfde. In de verschillende verpakkingen is alles eenzelfde spatje water. Ik zie het aan alle spetters in mijn omgeving en ik voel het aan de drang naar zorgeloos dobberen. Ik merk het aan de magnetische aantrekkingskracht tot harmonieus samenspel. Alles is onderdeel van één immense zee. Eén met mijn druppel flow sta ik in contact met al het andere water dat zich spelenderwijs in de zee begeeft. Eén met mijn druppel flow helpt al het andere water me te gaan waar ik ga. Het stuwt me moeiteloos naar die ene unieke plek in de zee waar mijn druppel hoort te zijn. Hier.

Mijn druppel, die onafscheidelijk is van alle andere druppels. Ik ben de zee.