Wat lopen er toch veel wondermensen rond op deze wereld. Alle ouderen, alle kinderen en alles wat daartussen zit. Al die mensen dragen iets unieks bij zich en beleven de wereld op hun eigen manier. De één klust aan een constructie waarover auto’s van de ene naar de andere kant van het water kunnen rijden, de ander vermaakt ons door te lullen als brugman en weer een ander bouwt bruggen door verhalen te schrijven. Al die verschillen maken de wereld zo kleurrijk als een allesoverbrugbare regenboog. Iedereen schijnt een eigen kleur.

Al die kleuren draaien continu door elkaar heen en creëren aldoor onontdekte tinten. Dat gebeurt zo natuurlijk dat de kleuren het amper beseffen. Het valt pas op als de vermenging ineens stopt. Als de kleuren botsen. Als geel in aanraking komt met rood en helemaal geen zin heeft om oranje te worden. Als geel zich afsluit, of juist ten strijde trekt. Op zo’n moment denkt geel dat rood zoveel van hem wil, dat geel niet meer gezien wordt. En niet meer gezien worden… dat is het allerergste wat een kleur kan overkomen. Niet gezien worden staat gelijk aan verdwijnen, aan er niet meer zijn. Voor een kleur is niet gezien worden geen optie.

Op het moment dat een kleur stopt met stralen gaan de wondermensen op deze wereld met elkaar in gesprek. Ze maken contact. Zo laten we elkaar weten dat we de kleur van de ander zien, en dat die kleur er mag zijn. Soms blijkt dan dat geel zich eigenlijk geen zorgen had hoeven maken, maar dat de actie van rood hem gewoon deed denken aan een eerdere situatie waarin hij niet gezien werd en dat hij daarom haast automatisch in paniek schoot. Soms blijkt dat rood geel helemaal niet wilde overschaduwen, maar dat rood zelf bang was om overschaduwd te worden en zichzelf daarom meer liet zien. Na het contact is de conclusie altijd hetzelfde: kleuren willen niets liever dan zelf stralen en samen mengen.

Iedereen draagt iets unieks bij zich en beleeft de wereld op een eigen manier. Gek genoeg kunnen we de wereld daardoor soms als minder kleurrijk ervaren dan hij daadwerkelijk is. Laten we van de wereld een plek maken waar we elkaar eraan herinneren dat we allemaal onmisbaar zijn voor de regenboog en dat er een regenboog in ons allemaal zit. Laten we elkaar zien zoals we zijn. Laat ons kleurrijk zijn.