Nietsvermoedend liep ik langs de kringruimte richting de lunchroom. Daar hield een jongen van 7 jaar me abrupt staande. Hij begon vol enthousiasme te vertellen over wat hij dolgraag wilde doen: “Eric, ik wil een natuurwandeling maken!” Zijn ogen straalden. Zijn passie was zo aanstekelijk dat ook ik begon te stralen.

“Waar wil je heen?” vroeg ik opgewonden. De jongen hoefde geen seconde na te denken over zijn antwoord: “Naar de bergen. Op expeditie. Met rugzakken. En tenten. En dan twee of drie nachten slapen in de bergen.” Verwonderd keek ik ‘m aan, maar hij was nog niet klaar met het beschrijven van het plaatje in zijn hoofd. “Het wordt wel zwaar hoor. Maar als je het wil dan kan het,” voegde hij eraan toe. Mijn glimlach groeide zo dat m’n lippen op hun elasticiteit werden getest.

Een uitje regelen is op DOE in een handomdraai gepiept. Het is een kwestie van een motieformulier invullen en voorleggen aan de schoolkring. Vervolgens wordt er met de community besproken of en hoe we op het voorstel ingaan. Die gang van zaken hoefde ik de kleine expeditieleider niet meer uit te leggen. Wel vroeg hij me te helpen met het opschrijven van de motie.

Eigenlijk wilde hij pas in de zomer naar de bergen toe. Maar dat duurde nog wel lang. Ik stelde voor dat we ook op korte termijn een boswandeling om de hoek konden organiseren. Een ochtend bijvoorbeeld. Dat leek hem wel wat: “Ja! En dan nemen we wel tenten mee zodat we in het bos kunnen blijven slapen.” De woorden fantasie en fantastisch lijken veel op elkaar. Zijn totaal onbevangen belevingswereld voelde puur. Ik wilde zijn verbeeldingskracht niet beperken met mijn perceptie van wat reëel is. Daarom besloot ik hem de leiding weer te geven, en dan te zien wat er zou gebeuren in de schoolkring.

De zevenjarige wandelaar liet mij het voorstel voorschrijven, zodat hij mijn woorden als voorbeeld kon gebruiken om zijn eigen motieformulier in te vullen. Een paar dagen later zaten we naast elkaar in de schoolkring om het idee ‘Natuurwandeling’ voor te dragen. Hij wilde dat ik het onderwerp introduceerde en deed zelf het woord. In geuren en kleuren reeg hij de positieve effecten van de natuur aaneen. En hij deelde zijn idee, toch zonder tenten, om een dag flink te stappen door de bossen. Hij zou een inschrijflijst maken om manschappen te verzamelen, omdat het wel ‘een hele zware tocht’ zou worden. Drie, twee, een: consent! We besloten de zitting met een high-five.

Uiteindelijk gingen we met negen jonge woudlopers op avontuur door het Leenderbos. We volgden de oranje bordjes omdat het de mooiste kleur was. Klauterden over boomstronken. Genoten van de zon. Maakten vijvers van laarzen door te diepe plassen te trotseren. Aten pannenkoeken. Dronken warme chocomel. En we keerden voldaan terug naar de school waar dit soort geweldige initiatieven geleefd kunnen worden. De jonge natuurliefhebber had zijn eigen expeditie georganiseerd. Hij had er vermoeide benen van gekregen, maar zijn ogen straalden des te meer.