Ik had niet verwacht Will Smith tegen te komen in het eerste beste Franse gehucht waar ik overnacht. Maar ik had ook niet verwacht ruitenwissers nodig te hebben tijdens het fietsen in de Pyreneeen. Inmiddels bevind ik me in Belcaire, aan de voet van de Col du Chioula. Dat ik zometeen niet aan de andere kant van de berg in slaap val, ligt niet aan mij.

Vandaag bewezen de bergen eens te meer te kunnen spelen met mijn gemoedstoestand. Er valt niet te sollen met die knapen. Op het moment dat ik mezelf vastberaden vertelde dat ik over die eerste col heen zou vliegen, kwamen er plotseling donkere wolken boven de top tevoorschijn. Alsof de berg zijn wenkbrauwen fronsde. Hij keek boos. Heel boos. Ik keek terug met angst in mijn ogen. Ik had nog geen meter geklommen of ik had alweer ontzag voor die indrukwekkende reuzen.

Hjj gaf me niet eens de kans een schuilplaats te vinden. Ik had ook geen spatborden, paraplu of poncho om me enigszins droog te houden. Mijn zwemdiploma’s kwamen wel van pas. Alsof ik door een rivier heen reed, waterfietste ik naar het eerstvolgende gehucht met Office du Tourisme. Helaas, geen reddingsvest. Gelukkig wel een slaapplaats.

De hoteleigenaar keek verrast toen hij een verzopen klant over de vloer kreeg. Het was vandaag immers de eerste herfstdag van het jaar. Zucht. Will Smith kende hij niet, maar de wet price of Belcaire zal hij nooit meer vergeten.