Ik open mijn ogen en kijk vol verbazing om me heen. Mijn kussen is een ligstuur en mijn pyjamabroek heeft zeem. Alsof ik in een andere wereld wakker ben geworden. Alles hier is fiets. Als ik de kast opentrek op zoek naar iets warms zie ik alleen een stapel T-shirts liggen. Er liggen een aantal kranten naast. De ideale combinatie voor een coltrui voor fietsers, zeg maar. Ik schiet in mijn pantoffels en slenter de kamer uit. Bij elke stap die ik zet hoor ik een vreemd soort getik. Pantoffels met klikpedalen, dat had ik kunnen weten. In de woonkamer dient een dicht achterwiel als salontafel en hebben vijf zadels de luxe van fauteuil en sofa vervangen. Op de tafel staat een cassette waarvan de tandwielen worden gebruikt als onderzetters. En er staat een asbak, omdat alle fietsonderdelen nou eenmaal bewaard worden in dit huis. Ik ben hier nog nooit geweest, maar ik voel me thuis.

De trap is van asfalt. Het is een kort en venijnig klimmetje naar de eerste verdieping. Ik moet op de pedalen staan om boven te komen. Tot mijn genoegen vind ik deodorant en shampoo in de badkamer. Op het moment dat ik onder de douche wil stappen, zie ik dat er poetsdoeken worden gebruikt als handdoek. Bovendien blijkt de deodorant kettingreiniger en de shampoo smeerolie. Bang voor een proteïne shake uit de douchekop loop ik de badkamer uit en vervolg ik mijn wandeling door het huis. Er staat een overheerlijke maaltijd voor me klaar in de keuken: een mals stukje Vos, wat Boonen en een glas Vino. Het bestek ziet er Aziatisch uit, maar bestaat uit spaken. Alles hier is fiets. Het rubber van een band heeft hier ongetwijfeld ook zo zijn functie.

Op het moment dat ik daarover nadenk schrik ik wakker. Het was maar een droom, hoe dubbelzinnig dat ook is.