Of ik wist waar ik aan begon? Op papier, ja. Toen ik het een en ander had gemarkeerd op mijn routekaart zagen mijn doelstellingen er in ieder geval kleurrijk uit. Ik zette drie grote cirkels rond plaatsen hier ver vandaan en had mezelf binnen enkele seconden een missie opgedragen. Op dat moment stond ik er niet bij stil dat er een verschil zit tussen een route tekenen en een route fietsen. Daar zou ik pas achter komen op het moment dat ik daadwerkelijk stil stond op de getekende fietsroute.

Nietsvermoedend vloog ik met fiets en backpack naar Zuid-Frankrijk met het idee om alle drie de kanten van de Mont Ventoux op één dag te beklimmen, mijn 22 resterende Pyreneeëncols uit de visumgids Fietsen in de Pyreneeën aan te doen en de Alto de l’Angliru plat te walsen. Nee, ik wist niet waar ik aan begon.

Ik wist ook niet waar ik zou eindigen. Ik had niet alleen gekozen voor een uitdaging die me over de daken van de wereld zou brengen, maar ook voor een eenzaam en onzeker leven. Mijn dagen zouden bestaan uit het zoeken van de weg, een slaapplaats en eten. Geen middag wist ik waar ik mijn nacht zou doorbrengen en geen ochtend kon ik delen wat ik in de avond had beleefd. Ik zou meer hoogtemeters fietsen dan een veelvoud van alles wat ik ooit had afgelegd, maar ik lag langer wakker door de huiver tussen mijn oren dan de omvang van mijn benen. Vastbesloten om toppen te bereiken, boekte ik een ticket naar de eerste cirkel. Vervolgens reed ik, met mijn fiets tussen mijn benen, richting het vliegveld.

Alles veranderde toen ik mijn eerste voet op vreemde bodem zette. Met één stap vergat ik al mijn twijfel. Dat ik de invulling van mijn dagen ter plaatse moest bepalen gaf me niet langer het gevoel van onzekerheid, maar van totale controle. Mijn eenzaamheid deed daar nog een schepje bovenop. Ik kon doen wat ik wilde en bepaalde alles zelf. En dan zou ik ook nog de krachtpatser uit gaan hangen door over bergen te vliegen. Ik voelde me Superman. Met een AGU-tricot als heldenkostuum en een tweewieler als wapen begon ik mijn missie in een onbekende wereld vol overtuiging.

De onbekende wereld bleek te bestaan uit mijn fiets, mijn lichaam en de cirkels op mijn routekaart. Iets anders was er niet. De focus stelde me in staat elke helling vol overgave te bestormen en telkens weer boven te komen. Ik leefde niet eens van dag tot dag, maar van top tot top. Na verloop van tijd moest mijn mentale weerbaarheid mijn fysieke kracht zelfs op sleeptouw te nemen. Als mijn benen de berg niet konden verslaan, deed mijn hoofd dat wel. Ik herkende mezelf niet meer in de zorgen die ik van tevoren had.

Huiver, twijfel, aarzeling, ik heb elke vorm van onzekerheid ondervonden en er een verzamelwoord voor bedacht: avontuur. De onzekerheid maakt me reislustig. Ik had niet eens willen weten waar ik aan begon.