Ik ben een koe. Ik heb geen kwartet uiers, maar een stel benen vol zure melk. Wekelijks klop ik aan bij een boer in een nabijgelegen dorp om mijn tenen uit te laten wringen. Het is een vakman bij uitstek die niets wil weten van machinale hulpmiddelen. Gewoon trekken, is zijn devies. En dat werkt. Week in week uit kijk ik – samen met mijn gevlekte viervoetervrienden die ongeduldig op hun beurt staan te wachten – vol verbazing toe hoe de veehouder meerdere cementemmers weet te vullen met de witte vloeistof uit mijn ledematen. Vervolgens verhandelt hij het als biologisch product.

Mijn zure melk is verwerkt in verschillende artikelen in het zuivelschap. Als er een ‘Ik Kies Bewust’-logo op de verpakking staat, dan zijn mijn kilometers op twee wielen verantwoordelijk voor de uitzonderlijke kwaliteit. Mijn persoonlijke favoriet is chocomel. Dat is een hemels goedje.

Met enige regelmaat scheur ik over de plattelandswegen rondom het erf van de boer om mijn spieren vol te laten lopen. Hoe harder ik ga, hoe harder ik de man zonder kiespijn hoor lachen. Met eurotekens in z’n ogen ziet hij mij het liefst dagelijks voorbij grazen, maar dat is niet mogelijk. Met teveel zure melk in mijn lichaam ben ik namelijk niet meer vooruit te branden. Daarom werken we sinds kort op vaste afspraak. Iedere zaterdagochtend ontmoet ik hem op een gammel krukje te midden van zijn weiland. Daar knijpt hij met z’n worstvingers gedurende enkele minuten liefelijk in mijn tenen. Het is goddelijk, net zoals de chocomel. Ik kan het elke wielrenner zonder overpeinzingen aanraden. Koeien mompelen het, en ik ben het zo nu en dan: moe.