Een paar dagen na de rit van m’n leven zie ik flitsen van de afgelegde kilometers asfalt die onder mijn wielen voorbij vlogen. Ik herinner me met name hoe intens de slopende stroken waren. Die waren er in overvloed. Ik herinner me mijn schoenen die open haarden werden op de Iseran en m’n voeten die als houtblokken smeulden in de onverdraagzame hitte. Ik herinner me de vrieskou in het holst van de nacht op de top van de Galibier, waar mijn botten ijspegels waren geworden en het gekraak van elke rotatie een wak met desastreuze gevolgen kon betekenen. Ik herinner me ook de onderschatte Vars die door een windstorm van voren niet bepaald meegaf, in tegenstelling tot wat was ingecalculeerd. Ik herinner me van alles, maar meer niet dan wel.

Ik heb totaal geen beelden van de eerste vier pieken. Nul. En alle beelden van alles wat volgde zijn slechts korte fragmentjes van een meter of honderd. Zo ook mijn fikkende poten op de Iseran, de vrieskou op de Galibier en het vliegerweer op Vars. Mijn herinneringen zijn maar flitsen. Daardoor voelt het alsof ik grote gedeelten van de immense Alpenroute niet zelf heb gefietst. Alsof ik mijn lichaam op cruise control heb gezet en zelf vol spanning naast pa Pieter, chef communicatie Koen en boezemvriend Robbert in de volgwagen ben gaan zitten. Alsof ik een estafette reed met mijn onderbewustzijn.

Alleen op de aller zwaarste momenten gaf mijn onderbewustzijn het stokje over. Het was dan tijd om te knokken. Het was dan tijd om mijn tanden te laten zien en de bergweg vol overgave te overmeesteren met mijn wilskracht. In enkele tientallen loodzware meters ramde ik mezelf door de zoveelste pijngrens heen. Dat zijn mijn herinneringen. Daarna was m’n onderbewustzijn weer aan de beurt en kreeg ik tijd om me te prepareren op het volgende verweer. Ik dacht niet aan de af te leggen afstand, aan de stijgingspercentages, aan het aantal uren tot bestemming. Ik dacht niets. Daardoor was er ook niets. Alleen ik, mijn fiets en het asfalt. Behalve de flitsen die ik me nu voor de geest kan halen, was ik het fietsen. Ik was het moment. Het moment was magisch. Mijn onderbewustzijn is magisch. Dankzij de estafette heb ik la Route des Grandes Alpes in een teug opgeslokt.

De komende dagen zullen er meer kwartjes vallen. Wordt vervolgd!