Er zit iets in de lucht. Iets waar ik doorheen kijk. Iets waar ik doorheen kijk, maar waarvan de aanwezigheid zo krachtig is dat ik weet dat het er zit. Ik heb geen idee of het ooit zichtbaar wordt. Dat zal me ook een zorg zijn. Voor mij is het er gewoon. Als het leven een fles frisdrank zou zijn, dan is dit het koolzuur. Het is de prik. Het zijn de prikkels die onder een opengedraaide dop vandaan suizen en zorgen voor de tinteling op m’n tong. Maar in de lucht uit het zich niet in een omgekeerde regen van bubbels. Om me heen bestaat het niet. Ik kijk er dwars doorheen.

Soms vind ik het moeilijk om met mensen te praten. Of om bij mensen te zijn. Ik kan me ontzettend alleen voelen in een groep. Zelfs als er geen woord gewisseld wordt, en ik niets met de rest te maken heb, kost het me bij tijd en wijle bergen energie om er simpelweg te zijn. Dan ben ik moe, down en niet te genieten. Dan wil ik verdwijnen. Waarom precies kan ik met m’n verstand niet verklaren. Waarom er met enige regelmaat exact het tegenovergestelde gebeurt evenmin. Dat ik een onbekende tegen het lijf loop en ‘m of ‘r het liefst direct wil omarmen. Dat er fysieke afstand is, maar ik mentaal gefuseerd lijk. Dat er onmiddellijk een niet te bevatten onverwoestbare connectie is. Dat de fles frisdrank door verwondering uit mijn handen valt, de inhoud eruit spuit en ik van boven tot onder onder de prik zit.

Ik haal mijn energie uit de dingen die ik dagelijks doe. Dat is elke dag wat ik wil. Dat is elke dag superveel energie. Toch voeren de prikkels met anderen me naar een ander level. Met bepaalde mensen kom ik in een dimensie die ik eigenhandig niet kan bereiken. En daar hoeft dus geen woord voor gewisseld te worden. De aanwezigheid is genoeg. De wil om te delen is genoeg. Die dimensie is er gewoon. Er komt dan zoveel prik vrij dat elke putdeksel in de straat spontaan in een geiser kan veranderen. Iets wat nooit gebeurt, omdat de energie niet met het blote oog te zien is. Het zit in de lucht, en ik kijk er doorheen. Ik voel het wel. Het voelt bizar goed. Daarom geloof ik mijn ogen niet meer. Ik kijk voortaan met mijn hart.