Na twee dagen Tour for Life zijn de bijnamen binnen Team Gespleten asfalt bekend. Mijn vier metgezellen zijn de sloopkogel uit Breda, de bulldozer uit Eindhoven, de duivel uit Dongen en de koning uit Castricum. Ik ben de kraker uit Tilburg. Tot vandaag had dat niets te maken met mijn krachtsinspanningen of m’n fysieke mankementen, maar met m’n fiets. Blijkbaar lift er een krekel met me mee die zijn melodieuze lokroep bij elke stijgende milimeter laat horen. Gisteren hield het beest dat bijna 80 klimkilometers vol. Vandaag was ‘ie wat rustiger. Vandaag nam mijn fysiek het kraken over. Op de Col du Frêne werd ik gedreven door een niet te remmen enthousiasme en leek ik mezelf te lanceren. Niet veel later, op de Crêt de Chatillon, was ik niet eens een schim meer van de Eric eerder op de dag. De motoren van de raket weigerden. De raket stond in z’n achteruit. Er zat nog zoveel hitte in m’n hoofd na de sauna op de Col de la Croix de Fer gisteren (zie foto), dat ik wederom kopje onder ging in het zweet. Dat was niet cool. Tegelijkertijd begon er een pees in m’n linkerknie te zeuren. Ook niet cool. Eigenlijk gewoon ontzettend pijnlijk. Na 182 kilometer rolde ik over de finish met een been dat zo stijf was dat ik even dacht dat ik een houten poot had. Maar nee, ik ben nog steeds geen stoel. Om 21:00u ga ik naar de masseur om de ernst van de zaak te checken. Op dit moment weet ik niet hoe mijn vervolg van mijn deelname aan deze etappekoers eruit ziet. Leven in het nu, omdat de toekomst onbekend is. C’est la vie. Wordt vervolgd.