Daags na de fietstocht met mijn Hulk-achtige vader, raakte ik in gesprek met één van mijn stiefbroertjes. Het gesprek viel van onderwerp op onderwerp zoals een kabbelend bergbeekje van het ene keitje op het andere valt. De woordenstroom ontsprong met de uitwisseling over onze favoriete pizza’s en ineens ging het over presenteren, lezingen geven, workshops leiden, acteren op toneel. Vragend zei hij: ‘Lijkt me wel fijn dat je communicatie hebt gestudeerd.’⁠

Ik keek hem aan. ‘Nee,’ zei ik. Ik legde hem uit hoe ik tijdens die studie (in mijn beleving) wetenschappelijke theorieën aangereikt kreeg om ‘zo goed mogelijk’ over te komen, of om een product ‘zo goed mogelijk’ te verkopen, of om een ander ‘zo goed mogelijk’ te overtuigen. Ik leerde allemaal trucjes. Als ik een ander zou spiegelen, precies zo gaan zitten staan of bewegen als die persoon, dan zou de ander mij aardig vinden. Zó handig!⁠

‘Met die kennis zou je de perfecte presentatie kunnen geven,’ zei ik, ‘die niet overkomt.’ Ik vervolgde: ‘Er is iets dat veel belangrijker is dan al die communicatie-trucjes: in je kracht staan. Op het moment dat jij in je kracht staat, dat je vertrouwen leeft, dat je weet dat je helemaal mag zijn wie je bent en dat je het intrinsiek leuk vindt om een boodschap over te brengen, dan raak je mensen. Bovendien pas je dan 90% van al die trucjes automatisch toe – simpelweg omdat het intuïtief klopt wat je doet.’⁠

Vervolgens vertelde ik over Het Vierkant. De laatste keer dat we samen op het podium stonden om over Democratisch Onderwijs te vertellen, werden Vlinder (13), Armando (15) en Tony (toen nog 14) alledrie 17 geschat, o.a. omdat ze er zo als zichzelf stonden.⁠

Het gaat niet om de trucjes. Het gaat om jezelf zijn.⁠