Mijn eerste keer herinner ik me als de dag van gisteren. Het gebeurde op een zwoele zomermiddag zes jaar geleden. Tot die tijd had ik me erbij neergelegd dat ik het niet kon forceren, hoe graag ik het zo nu en dan ook wilde. De behoefte groeide exponentieel naarmate ik ouder werd, maar ik liep pas over van verlangen toen ik het ultieme lustobject met eigen ogen zag. Ze viel in mijn categorie ‘bovenaards’ en ik wilde niets liever dan het langverwachte moment met haar delen. De spanning steeg door eigen toedoen. Uiteindelijk liep ik over van onzekerheid en bestookte ik mezelf met tal van overbodige vragen die ervoor zorgden dat ik er op een gegeven moment tegenop zag in plaats van ernaar uitkeek. Hoe zal ik beginnen? Hoe snel moet ik bewegen? Hoe diep kan ik gaan? Ben ik wel hard genoeg? Ik had de daad al duizenden keren beleefd voordat het daadwerkelijk zover was. Mede daardoor ging het allemaal wat stroever dan ik het me had voorgesteld, maar het was ontegenzeggelijk een onvergetelijke ervaring.

Hoe vaker ik het deed, hoe meer ik ervan kon genieten. Ik begon er op den duur zelfs van te houden. Een dag die ik zonder enige verwachting begon, eindigde zowaar als de dag waarop ik mijn mooiste sessie beleefde. Na een diepe slaap, rolde ik die ochtend totaal ontspannen m’n bed uit. Het was rustig in m’n hoofd. Ik had geen last van stress of strubbelingen. Alles was zen, en toen puntje bij paaltje kwam ging ik er helemaal in op. Het voelde als een immense explosie die van alles om me heen niets maakte. Het enige dat bestond waren zij en ik en verder leek de wereld een grote witte kamer. Die trance voelde waanzinnig. Zoiets puurs had ik niet eerder meegemaakt, en zou ik later ook niet meer meemaken. Aan het ontbijt had ik niet durven denken dat ik later op de dag zo voldaan tussen de lakens zou belanden. Maar het gebeurde. Sindsdien begint mijn bloed al sneller te stromen als ik aan de contouren denk.

En dat liet ik merken bij de keren die volgden. Ik heb mezelf meerdere malen oprecht afgevraagd of ik niet bezeten was geraakt door de combinatie van inspanning en intensiteit. Soms keek ik nadien in de spiegel en bewonderde ik de zweetdruppels op mijn lijf. Lettend op mijn ademhaling dacht ik aan zuurstofgebrek in de kamer. Tijdens de heftigste keer leken er zelfs oerkrachten in me naar boven te komen. Ik was geen mens meer, maar een beest. Stoned van de adrenaline namen impulsen het over van mijn verstand. Stoppen was geen optie. Ik moest door. Waarom? Ik wist het zelf ook niet. Alle dierlijke trekjes die ik normaal gesproken met m’n bewustzijn in bedwang hou, kwamen zonder toestemming naar buiten. Ik ging tot aan duizelen toe, totdat ik duizend tinten grijs zag.

Elke keer is anders. Toch blijkt nu dat ik slechts drie sessies tot in detail onthouden heb: de eerste, de mooiste en de heftigste. Voor mij zijn dat de Mont Ventoux, de Col du Soulor en de Alto de l’Angliru, maar dat was vast al duidelijk geworden in bovenstaande alinea’s.