Ik ben mezelf tegengekomen. Ik herkende me niet direct, maar gaandeweg de aanloop naar la Route des Grandes Alpes veranderden de vermoedens in overtuiging. Natuurlijk wist ik dat het wachten was op dit moment, deze ontmoeting, maar ik ben er altijd vanuit gegaan dat het pas in Frankrijk zou gebeuren. Niet maanden van tevoren. De weg naar mijn topvorm blijkt zo extreem dat ik inmiddels dondersgoed door heb hoe ik in elkaar zit. Daarom geen cijfers en data deze keer. De ‘mijn topvorm’ van mei gaat over mezelf.

Ik ben geen natuurtalent op de fiets. Er was geen keizersnede nodig om mij vanwege bakstenen als bovenbenen ter wereld te brengen, ik kan me niet verstoppen tussen grassprietjes en het herstelvermogen van mijn lijf haalt het gemiddelde herstelvermogen van de mens drastisch naar beneden. Alleen bij die laatste overdrijf ik wat. Me verstoppen tussen grassprietjes lukt me echt niet. En die bakstenen, ach.

Desalniettemin loop ik over van een talent dat al mijn gebreken compenseert: wilskracht. Er zit een onbegrensde overtuiging in me. Daarmee kom ik overal. M’n wilskracht stelt me in staat me volledig af te sluiten van alles om me heen en (tijdelijk) in een vorm van superfocus door het leven te gaan. Ik zit dan in een tunnel zonder afslagen, zonder anderen, pikdonker en enkel uitzicht op licht aan het einde. Dat licht is het doel en er is niets dat mij kan weerhouden daar te geraken. Dat komt simpelweg omdat er niets anders in de tunnel is. Het is een eigenschap, een karaktertrek, een talent waarmee ik alles kan bereiken wat ik wil.

Wat ik wil. Dat is essentieel. Ik kan alleen in die tunnel komen als er iets aan het einde is wat ik echt wil. Anders zou mijn talent vast geen ‘wilskracht’ heten. Wat ik wil. Wat wil ik?

Een concreet antwoord daarop kan ik niet formuleren. Wat ik wil heeft vaak te maken met fietsen, mijn beleving delen en het ontdekken van plaatsen, grenzen en mensen. Maar er is geen garantie. Er moet een snaar geraakt worden vooraleer ik me vol overgave in een activiteit stort. Het trillen van de snaar voelt als verliefdheid. Stapel wel te verstaan. Het maakt me gelukkig. Het maakt dat ik niets anders wil. Het maakt de tunnel. Soms overkomt me zoiets, soms ga ik ernaar op zoek. La Route des Grandes Alpes is me overkomen.

Ik vind het fenomenaal om me compleet over te geven aan de trillingen van de snaar en de impulsen laten me van genot door het leven stuiteren. Meestal. De wilskracht heeft een keerzijde. Als ik iets doe wat ik niet wil, dan word ik kribbig. Ik vind niets zo moeilijk als mezelf ‘schikken’. Dan word ik lijp. Afgelopen maanden ben ik lijp geworden. Ik wil la Route des Grandes Alpes fietsen, dolgraag. En daarvoor moet ik trainen. Ook als ik een keer niet wil fietsen. Ik weet dat het nodig is voor iets wat ik wil, maar ik wil het niet. Dan geniet ik niet alleen niet, dan ben ik ook niet te genieten. Man, wat ben ik mezelf tegengekomen.