Er vliegt een vogel. Zo’n voor de hand liggende openingszin heb ik nog nooit gebruikt. Een vliegende vogel is niet echt een concept om lezers mee te trekken. Dat ik een tel langer naar ‘m kijk dan anders wel. Met superfocus op het dier verzink ik in zijn bewegingen. Ik voel z’n vleugels bij mezelf. Ze beginnen onder mijn schouderbladen en de spanwijdte lijkt enorm. Ik geef de lucht er een aantal rake klappen mee om vervolgens zonder enige moeite elegant verder te zweven. Hier, ver boven het aardoppervlak, kan ik werkelijk alle kanten op. Bovendien kom ik geen obstakels tegen. Alles is open. Ik speel met de wind en raas van het ene niets naar het andere niets. Want in de lucht bestaan er geen plaatsen. In de lucht ben ik per definitie nergens. Als vliegende vogel ben ik altijd vrij.

Hoewel ik me graag laat meeslepen door de oneindige opties van richtingen in de lucht, weet ik dat de uitdrukking ‘vogelvrij zijn’ niet zozeer met vliegen te maken heeft. Het luchtruim is een metafoor voor de meest optimale versie van mijn belevingswereld. Als ik mijn omgeving weet te interpreteren als de lucht, en gebeurtenissen kan zien als de immer aanwezige wind, en niet meer dan dat, dan ben ik zo vrij als een vogel. Ik voel me zo licht als een dot veren en zie zo helder als het niets waar de beesten doorheen fladderen. Vogelvrij zijn is de hemel op aarde.

De oplettende lezer stelt nu een logische vraag: “Hoe word ik een vogel?” Mijn antwoord: “Dat is niet nodig.” Het enige wat ik hoef te doen om het vormrijke aardoppervlak als vormloze lucht te ervaren, is loslaten. Alles loslaten. Alle overtuigingen loslaten. Alle aannames loslaten. Alle verwachtingen loslaten. Alle oordelen loslaten. Alles loslaten. Ook vogels kunnen niet vliegen met kilo’s gedachten in hun kop. Zonder is alles open. Zonder ben ik nergens. Zonder is het zoals het is: briljant. Eenmaal vogelvrij bepaalt de wind de richting en hoef ik enkel mijn vleugels te spreiden om me voort te bewegen. Er is geen energydrink nodig om de vrijheid van vleugels te ondervinden. Er is ook geen bus nodig om dit soort verhaaltjes te schrijven. Niets is nodig. Zolang ik dat besef, gaat het leven voor de wind. Ik vlieg.