Ik ben de stip op een blanco papier. Ooit ben ik erop beland, en ooit zal ik ervan verdwijnen. Welke lijnen ik in de tussentijd trek, is helemaal aan mij. Er is niemand die me dwingt een streep langs een liniaal te worden. Er is ook niemand die me dwingt om in een hoekje van het papier plaats te nemen en zoveel inkt op één plek te verliezen dat ik door het vel heen zak. Als ik dat doe, dan doe ik dat zelf. Want op dit papier, bestuur ik mijn stip.

Door in vrijheid over het papier te bewegen, leer ik hoe ik wil bewegen. En waarheen. Elke keer als ik een krul maak waar ik duizelig van wordt, dan weet ik dat. Als ik pardoes in een fenomenaal flowende lijn beland, dan weet ik dat ook. Zo geeft het papier mij feedback van wat ik wil en wat niet. Zo maakt de tijd me vanzelf bewust van wat ik op het papier wil (be)tekenen. De drang om die wil vervolgens te manifesteren is onomkeerbaar. In atelier ‘de wereld’ hebben we een naam bedacht voor die wilskracht: intrinsieke motivatie.

Er gebeurt iets fascinerends zodra ik mijn aandacht richt op mijn intrinsieke motivatie. Het voelt dan alsof ik de stip niet meer hoef te duwen, maar alsof mijn stip in harmonie met het papier vooruit getrokken wordt. Ondanks de oneindige hoeveelheid opties om het papier in te kleuren, doet alleen die ene er nog toe. Ik voel dat, ik weet dat. Het is zo. Het laten meevloeien door dat diepgewortelde weten zorgt ervoor dat de stip bewegingen maakt die niet te bedenken zijn. Creatie in z’n naaktste vorm. De stip kleurt sierlijk over het blanco papier, precies daar waar de flow gaat, en laat een waar kunstwerk achter zodra de inkt op is.