Robbert en ik hebben de oren van elkaars kop gesauweld (= Tilburgs voor ouwehoeren) de afgelopen maand, maar de kreet ‘het leven is mooi’ galmde veruit het meest door de camper en op bergpassen. Met die combinatie van woorden probeerden we continu te realiseren hoe briljant het was om dag in dag uit te bivakkeren op plaatsen die overlopen van schoonheid. Sensationele slingerwegen, bizarre stijgingspercentages en overweldigende vergezichten werden steevast vergezeld met de leus voordat onze monden wagenwijd openvielen. Dat we tussendoor nog tien hellingen op te fietsen hadden, bleek achteraf slechts de kers op de taart. We hebben elke top gezien die op de to do lijst stond: de Mont Ventoux, de Pico de Veleta, de Alto de Velefique, de Col de la Bonette, de Col du Grand-Saint-Bernard, de Passo del Mortirolo, de Passo dello Stelvio, de Passo di Gavia, de Monte Zoncolan en de Grossglockner. Nu is het tijd voor een asociaal dikke Oostenrijkse schnitzel om de roadtrip te vieren. Morgen rollen we terug naar huis en ga ik mijn hoofd buigen over een volgend avontuur. Het leven is mooi.