De man met de hamer kom je niet tegen op de Monte Zoncolan. Niet zolang Magere Hein hier huishoudt. De duisternis zelve waakt over deze helse Noord-Italiaans helling en slaat toe zodra renners smekend stapvoets omhoog kruipen. Dit is de plaats waar het einde na 9 kilometer ook figuurlijk in zicht komt. De gruwel met zeis kent geen genade en gebruikt zijn werktuig maar wat graag om de pezen van helden op pedalen stukje bij beetje door te snijden. Na verloop van tijd zien wielrenners zoveel zwart voor de ogen dat zelfs de oogkassen donker kleuren. Doordrongen van de dood kletteren zij vervolgens verlamd op het asfalt en rollen ze levenloos terug naar daar waar de lijdensweg begon. Dat de begraafplaats in het dorp aan de voet van de Monte Zoncolan twee keer groter is dan het aantal hectaren waarop de huizen zijn gebouwd, is daarom geen verrassing. Robbert en ik zijn nu onderweg naar de Grossglockner en we zetten de camper zometeen aan de kant voor een korte tussenstop bij een postkantoor. Magere Hein kon ons namelijk niet stoppen en we willen ‘m opbeuren met een sympathieke ansichtkaart. Volgende keer beter kerel!